Ik kreeg van een jongeman met een spierwit overhemd, 1 dik pak met dichtopelkaar en strak op elkaar gelegde blauwige bankbiljetten van 10; de man stond met meerdere mannen in een kamer.
De jongeman was nogal dun, beetje slungelig en had een ietsje kromme bovenrug; een andere man kwam naast me staan en zei tegen mij dat het weleens niet pluis kon zijn