- Dit onderwerp bevat 0 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 5 jaren, 3 maanden geleden door Ronald.
-
AuteurBerichten
-
RonaldGast5 jaren, 3 maanden geleden
Okay… ik word net wakker een heel bizarre droom. Direct opschreven!
Ik bevind me in een praatsessie. Een stel wat ik ken, geen kennissen maar van gezicht, hebben problemen. De snelle zakenman loopt te vitten op zijn vrouw (zij is ‘mijn type’) dat ze niets doet en wil. Hij beschuldigd haar van vreemdgaan. Na de sessie raak ik aan de praat met de man. Waarom hij denkt dat zijn vrouw vreemd gaat en dat, wanneer het wel zo is, er altijd twee kanten aan het verhaal zitten. Dat er voor haar waarschijnlijk wat mist. Hij wuift dat wat weg en zegt dat zijn vrouw weer naar ‘haar werk’ is. Hij biecht op dat hij een vriendin ernaast heeft. Ik vertel hem dat hij dan ook vreemd gaat.
Al pratend ga ik met hem in zijn snelle auto mee naar huis. Er verschijnt een vriend van de man. De vrouw komt thuis en ze wordt gedwongen te vertellen of ze vreemdgaat. Ze geeft toe en beide mannen willen haar vernederen. De vrouw kruipt in een hoekje en begint op haar hurken te buikdansen. Ik besluit dat dit zo niet kan. Ik zeg de mannen om op te stoppen, mep de zakenman op zijn achterhoofd en leidt de vrouw naar achter mijn rug. Ik wil haar redden. Al pratend met beide mannen komen we bij de snelle auto uit welke doormidden is, vol met rommel en van karton lijkt. Het lijkt erop dat de mannen ons laten gaan, maar als ik en de vrouw eenmaal in de auto zitten springt de zakenman in een andere auto.
Een achtervolging volgt waarin zowel mijn vluchtauto als de auto van de man sneuvelen. Eerst verliest de man zijn auto, hij gaat verder op een scooter. Daarna verlies ik mijn vluchtauto. Ik en de vrouw rennen door een voor mij bekende straat. De man is veranderd in een kunstenaar. De hele weg voor ons heeft hij al beschilderd met kleurrijke vlakken en penseelsteeken. Terwijl hij gemeen lacht achtervolgt hij niet, maar houdt ons in de gaten.
De vrouw en ik komen uit de straat en belanden vlak bij mijn ouderlijk huis. De man duikt weer op.
Dit keer is hij veranderd in een maniak, kruising tussen Dwaaloog en Vilder uit Harry Potter. Hij heeft een revolver. Ik stuur de vrouw weg, de hoek om. Een confrontatie met de man volgt. Hij schiet, ik ontwijk en elke keer mist hij. Ik realiseer me dat hij vaker dan 6 keer schiet en zeg hem dat dat niet kan. De man zegt dat hij dat weet en ook liever een mitrailleur had gehad. Dan raken zijn kogels op. Terwijl hij herlaad pak ik mijn kans en ga ook de hoek om, de vrouw achterna. De man volgt en schiet weer. Om de hoek zie ik een kerkelijk gebouw met een groep mensen die bekend en vertrouwd aanvoelen. Ze wenken en zwaaien. De vrouw rent naar ze toe, wenkt mij, ik volg en ga naar binnen.Het lijkt een veilige haven tot iemand zegt dat de man er nog is, met een mitralleur. Als een soort premiejager a la Van Helsing post hij zich op een heuvel of bastillion voor een kerktoren en begint de schieten. Haastig beginnen de mensen om me heen te bouwen aan een schuine wand vlak bij de ingang in het gebouw. De wand bestaat uit balken en dikke takken. Ik help mee en geef advies. Wanneer de wand staat houdt de schutter op en wacht. Iedereen bivakkeert achter de wand om te overnachten. Is het een lastige situatie, maar de sfeer is goed, gezellig. De schutter blijft vuren. De volgende dag steekt er een sneeuwstorm op waardoor de schutter zich terugtrekt.
Een klein feestje begint en aan de ‘bar’ krijg ik een koffie met honing aangeboden met de vraag of ik er suiker in wil. Ik zeg dat ik geen suiker wil en me afvraag of de honing niet zonde van de koffie is. Ik zeg dat ik van sterke koffie houd, met als reactie dat ik er dan wel achterkom. Ondertussen vraag ik de vrouw hoe het met haar gaat en praat met de mensen. Er wordt opgetogen besloten om een frisse neus te nemen. De hemel is strak blauw en ik geniet van het winterse landschap.
Dan meld de schutter zich weer en begint te schieten. Ik besef me dat hij in het wilde weg schiet op alles wat beweegt. Om de anderen te beschermen en ook om te vluchten tijger ik naar een ander gebouw. De schutter ziet me en heeft zijn zin. Hij schiet nu alleen op mij maar raakt me niet. Wanneer ik achter het gebouw ben word het langzaam nacht. De schutter komt van zijn post en dreigt me te vermoorden met een mes. Ik besluit hem te confronteren. Wanneer ik de hoek om ga bevind ik me in een donkere stad met allemaal stegen.
De schutter is veranderd in een zwaarlijvige stekende maniak, lijkt op een kruising tussen de vroegere Meat Loaf en The Joker. We praten en ergens in het gesprek wil hij steken, maar ik keer de aanval en steek de maniak. Het lijkt afgelopen. Er verschijnt echter een onbekend figuur achter de maniak. Deze praat op de maniak in. De maniak lijkt onoverwinnelijk te worden. Hij pakt het mes en valt opnieuw aan. Het mes weet ik te pakken en ik steek meerdere keren. Bloed stroomt uit zijn mond. Hij lacht. De onbekende figuur geeft de maniak een enorm hakmes. Ook deze pak ik af en steek de maniak nog eens, via zijn buik, recht door zijn hart. Toch leeft hij nog. Ik werk hem tegen de grond. Wanneer ik zijn hoofd met mn handen in een klem heb vraag ik enkele keren of hij spijt heeft. Hij lacht en zegt “Nee”. Ik zeg hem dat hij een echte narcist is, laat zijn hoofd op de grond vallen en ik loop weg.
Wanneer ik weer aankom bij de veilige haven aankom en ik opzoek ga naar de vrouw begint iedereen te roepen “Daar is ie, daar is ie!”. Verschrikt draai ik me om en zie in de kerktoren een lint van fonkelende twinkels verschijnen. Dit lint kronkelt en draait zich omhoog tot de punt van de toren en verlicht een grote, stralende kerstster. Vuurwerk en uitbundig gefeest volgt.
-
AuteurBerichten