In deze droom ben ik in een gebouw dat op het eerste gezicht mij aan school doet denken, maar na het ontwaken dacht ik meer aan een hotel. Want in de droom zie ik aan één zijde, de rechterkant, allerlei deuren en galerijen, die weer naar kamers en badkamers leiden. De linkerzijde staat daarentegen vol met trappen, touwen en klimtoestellen (zoals je ze ook ziet in speeltuinen).
'We' spelen verstoppertje. Een Marokkaanse vrouw (met hoofddoek, in de droom stelt ze ook de schoonmaker voor) moet ons gaan zoeken. Ze telt en ik ren naar een badkamer, om mij vervolgens na lang na te denken te verstoppen in de wasmand. Na enige tijd komt de vrouw binnen en heeft ze mij gevonden. Tegelijkertijd rent mijn zusje over de trappen en klimtoestellen naar beneden, aangemoedigd door mijn moeder, om "buurt vrij" te roepen.
Vervolgens klim ik in de klimtoestellen loop ik over trappen. Ik kom een trap tegen die steil omhoog loopt, dan eindigt op een andere trap, die vervolgens een klein beetje naar beneden loopt en weer eindigt op een andere trap, die weer omhoog loopt. Eigenlijk wil ik deze obstakel niet nemen, omdat ik bang ben dat ik naar beneden val, aangezien de trap geen omheining heeft. Toch doe ik een halfslachtige poging.
Plots zit ik op een klimtoestel, een soort plateau, en vlak onder mij zit een groep mensen die door iemand worden toegesproken. Iemand vraagt aan mij of ik de lantaarns naar beneden wil klappen, omdat ik er toch vlakbij ben. Echter, onder de lantaarns lopen hoogspanningsleidingen van een trein. Toch klim ik omhoog, tot ik word geroepen: het is niet meer nodig, ze kunnen de lantaarns op afstand bedienen en dus inklappen.
Dan zit ik op de grond, samen met een groep mensen, en er liggen drie bloemen op de grond. Ik kan mij sowieso een grote gele bloem herinneren [interessant is dat ik vandaag een enorme zonnebloem heb gekregen van mijn stage]. Iedere persoon hoort bij een bloem, om zo groepen te maken. We krijgen de opdracht om zoveel mogelijk kuikens te verzamelen als groep, en die kuikens lopen in groepjes rond. We scheppen ze op met een snoepschep. Een paar kuikens lopen richting een andere groep en ik schep ze op, maar ik neem ook een ander kuiken mee. Ik ben bang, angstig dat ik het leven van het kuikentje heb beschadigd door het uit zijn familie te halen. Vreemd genoeg verandert het kuiken nu in een ienieminie-zeehondje die zich stevig om mijn vingers klemt. Het kijkt angstig uit zijn ogen. Ik schrik wakker.
Sorry voor de lange droom, maar ik zit in een nogal heftige transformatie-proces en ik heb het vermoeden dat deze droom mij iets belangrijks probeert te vertellen.