Ik droomde dat er een raam op een kier stond. Een grote zwarte raaf achtige zat in het raam. Stsarde mij aan. Zn ogen leken net als bij katten geel achtig te flikkeren vanuit het donker. Ik was bang. Ik schreeuwde naar de vogel en vroeg hem om weg tegaan. Dit deed hij niet. Het werd intenser. Ik werd banger. Op gegeven moment verzamelde ik moet en sloeg het raam dicht. De vogel bleef zitten en zn poten zaten tussen het kozijn vast. Daarna ging hij nog niet weg. Ik opende het raam en wou zn hoofd omdraaien. Hij stribbelde niet tegen. Toen werd ik wakker.