Vannacht droomde ik dat ik bij de ingang van een oude loods sta, samen met mijn moeder en twee andere vrouwen. Die loods is omgebouwd tot een sfeervol restaurant. Ik zie plots de geest van mijn vader [mijn vader is niet overleden overigens]. Hij wilt iets duidelijk maken aan mijn moeder, maar ik word niet geloofd [mijn ouders zijn gescheiden].
Dan zitten we aan een tafeltje en ik zit naast het wazige raam (bekleedt met folie zodat je er niet doorheen kan kijken). Er springt plots een barst in in de vorm van een half rondje met hoekige uitlopers. Ik wijs er naar en roep verwoed uit dat dit hét bewijs is, maar ik word nog steeds niet geloofd.
Bij een loods denk ik aan opslag, en een oude loods staat volgens mij dus voor oude herinneringen. Het is echter omgebouwd tot een sfeervol restaurant, dus ik vermoed dat er een transformatie gaande is over die oude herinneringen. Dan duikt de geest van mijn vader op (ik heb al een tijdje geen contact met mijn vader). Hij wilt iets duidelijk maken aan mijn moeder – het heeft te maken met die oude herinneringen. Mijn moeder gelooft er niet in.
De tafel staat voor sociale verbindingen en het zou vast niet voor niets zijn dat ik aan tafel zit met in totaal drie vrouwen. Ik zit naast een wazig raam waar je niet doorheen kan kijken: mijn blik is vertroebelt/ik heb geen heldere kijk op de situatie(s). Er springt een barst in, dus je zou kunnen zeggen dat de situatie is gebarsten (HA!) of uit de hand is gelopen. De vorm van de barst doet er vast aan toe aan betekenis, maar die weet ik niet. Ik verwijs verwoed naar die barst, duidelijk makend dat ik er nu écht iets aan moet doen. Tijd voor actie?