Verliefdheid wordt door de wetenschap vaak gezien als een middel dat door de natuur is ontwikkeld om twee mensen sneller bij elkaar te brengen en te laten hechten waarna ze zich kunnen voortplanten.
Chemische stoffen komen vrij in ons lichaam wanneer we verliefd worden. Dit worden ook wel de vier geluksstofjes genoemd: de twee sekshormonen testosteron; een mannelijk geslachtshormoon dat nodig is voor de aanmaak van sperma en daarnaast zorgt voor mannelijke lichamelijke kenmerken en seksuele opwinding.
En oestrogeen; de verzamelnaam van de vrouwelijke geslachtshormonen estriol, estradiol en estron. Estriol wordt aangemaakt tijdens de zwangerschap, estradiol zorgt dat het lichaam klaar is voor een eventuele bevruchting en estron zorgt voor de vrouwelijke lichamelijke kenmerken.
En de twee neurotransmitters dopamine; een stofje dat wordt aangemaakt in de hersenen en een gevoel van beloning geeft wanneer het vrijkomt.
En serotonine; een stofje dat wordt aangemaakt in de hersenen en het gedrag en de stemming reguleert. Daarnaast stuurt serotonine andere neurotransmitters zoals endorfine, noradrenaline en dopamine aan.
Verliefdheid bestaat voor een groot deel uit projectie. De ander heeft iets wat jij niet hebt en daartoe word je aangetrokken. Veel mensen laten het hierbij, maar deze aantrekkingskracht kan groeien (door de dopamine, geeft dit een beloningsgevoel). Polariteiten trekken elkaar aan, zolang er geen heelheid is in zichzelf. Hoe sterker de polariteiten, hoe heftiger, intenser en dramatischer het verliefdheidsgevoel.
2 keer bewerkt. De laatste keer was 7 jaar geleden door Esme.