1e droom
In een van mijn dromen was ik in een flatgebouw, waar er een moordenaar bleek rond te lopen. Iedereen besloot om zich in te sluiten in hun appartement. Toen ik vanuit mijn appartement naar beneden keek, zag ik dat mijn broertje een paar verdiepingen lager de trappen op en neer aan het lopen was om iedereen te waarschuwen. Ik ging toen meteen mijn appartement uit om hem naar binnen te halen omdat ik bang was dat hem iets zou overkomen. Toen ik buiten was zag ik ineens de moordenaar loeren buiten een deur van een appartement, hij leek te wachten op een slachtoffer. Toen ik dat zag besloop ik hem van achter en hield hem in een houdgreep en nam hem mee naar het dak. Toen sloeg ik hem daar bewusteloos, maar zag ook zijn pupillen helemaal groter worden. Ik wou met mijn mobiel de politie bellen, maar ik had geen bereik. Ik probeerde toen mijn broertje een bericht te sturen, wat ook niet werkte. Toen raakte ik in paniek omdat de moordenaar misschien kon ontwaken. Toen ik naar de trappen wou rennen zag ik ineens een schaduwomtrek van een man door het glas in de deur, hij had ook een tas bij zich. Ik keek hem recht in zijn ogen en voelde me ineens ontzettend bang, ik realiseerde dat ik de verkeerde persoon had gepakt. De man die ik bewusteloos had geslagen was niet de echte moordenaar, met de echte moordenaar stond ik nu oog in oog. Ik verstijfde van de angst en toen werd ik wakker.
2e droom
Het sneeuwt heel erg. Ik ben met mijn vriendin en hond in een huis. Er is buiten in de achtertuin een rare mutant die naar binnen probeert te komen. Er zijn dan meerdere momenten dat mijn vriendin en hond ineens buiten staan in de achtertuin en ik in paniek raak en ze snel naar binnen probeer te krijgen. En elke keer probeert die rare wezen zich naar binnen te werken, maar het lukt me om hem telkens weg te duwen.
3e droom
Ik was met iemand in een gebouw waar we aangevallen werden door criminelen/inbrekers. Ze kwamen binnen door deuren en ramen, we sloegen ze telkens van ons af totdat de politie kwam met loeiende sirenes. Daarna was ik ineens alleen en werd ik aangevallen door een inbreker met een mes. Ik pakte zijn mes af en stak hem ermee in zijn hart, ik bleef doordrukken tot hij stierf.
