Twee identieke witte auto's passeren elkaar. De één rijdt erg hard en het scheelt maar een cm of twee of ze hadden een botsing gehad. Dan achtervolgen ze elkaar. De één rijdt een donkere ruimere garage binnen, de ander gaat met achterna. Als de achtervolgende auto binnen is, is de eerste auto opeens nergens te bekennen. Een crimineel sluit de garage. Er stapt een bange blonde vrouw met krullend haar uit de auto. Ze heeft de koplampen aan gezet zodat ze iets kan zien, maar t licht schijnt in haar gezicht en ze heeft moeite met kijken. Ze heeft een bijl en prikkeldraad vast om zich te beschermen. Er is ook een moordenaar in de garage. Ook hij heeft een bijl en hij achtervolgt de vrouw. Dan verschijnt er nog een man en nog een vrouw, beiden ook op de vlucht. De man ontdekt en deur in de garage die open kan en vlucht. De blonde vrouw wil hem achterna gaan, maar de moordenaar is haar te snel af en hakt op gaat in, dood. Dan is er nog één vrouw over. De moordenaar had al eerder een stuk van haar hand eraf gehakt. Ze wil ook de deur nemen om te vluchten. De moordenaar is snel bij haar, maar op de een of andere manier valt hij waarbij de hakbijl uit zijn handen glipt en precies in zijn hoofd valt. Moordenaar is morsdood.