Het zijn onderhoudsmannen of vandalen die de nagedachtenis met voeten treden.
Maar graven worden na verloop van tijd ook geruimd.
Een en ander schetst de vergankelijkheid en het gebrek aan pieteit in deze vermaledijde wereld waar de dood je letterlijk op de hielen zit en men wegkijkt van de rouw in de hybris van de eeuwige jeugd.
Zoiets als Herman van Veen's "Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats... we hebben ongelofelijke haast".
Maar het geeft ook iets aan van de fase waarin je verkeert en de foto op de duur zal verbleken zoals ook je herinneringen.
De zaken rond rouw en graven zijn een bedrijf geworden, waar eerbied en tijd tegenstrijdige belangen vormen.
De mannen wandelen bij wijze van spreken over zijn graf.
Dit zijn ook onverschillige elementen in jezelf, die afstand nemen en je bijvoorbeeld influisteren "het leven gaat door, of "je moet er niet in blijven hangen" en dergelijke oppervlakkige gemeenplaatsen en haastwerken.