De gebruikte auto is een beeld van jezelf. (misschien een oudere, of beschadigde, door het leven getekende)
Je verkrijgt geen rijbewijs voor het leven, maar je moet wel je weg vinden.
Een parkeerplaats is een passieve houding of rustpositie.
De auto lijkt niet op de rem te staan en rijdt achteruit.
Dat kan op regressie wijzen of naar het verleden of het onbewuste.
De bagage is je levenspakketje maar ook ballast, net als een rugzak.
Dan laat je iemand anders rijden en zit je niet zelf aan het stuur van je leven en keuzes.
Dat is ook een passieve houding aannemen.
Al die auto's op de parkeerplaats staan voor de vergaarbak en de massa waar je een plaats aan de trog* zoekt. (*winkel/ voerbak)
De auto is bedoeld om te rijden, niet voor stagnatie. In het leven kun je niet echt parkeren, de tijd gaat voort.
Je bent een pion op het schaakbord dat de parkeerplaats vormt.