Ik heb een droom gehad en ik weet deels waar hij over gaat, maar kan hem nog net niet helemaal goed uitleggen. Ik zal hem eerst opschrijven en daarna wat toelichting geven.
Ik ben een Afrikaanse vrouw en ik ben bediende bij een rijke familie. Ik heb medegevoel met de armen en ga daarom weg bij de familie, maar ik wil weer terug. De meesteres, een blanke blonde jonge vrouw, is bij de opera. Ik sta buiten op het plein en bekommer me om een arme Afrikaanse man. Mijn meesteres zegt dat ik nooit weg had hoeven gaan. Dat ze me gemist heeft. Dat ik haar schoenen en nieuwe kleren mag dragen, zo is het toch altijd gegaan. Maar of ik niet meer in het openbaar op chique plaatsen zoals het operagebouw me mag bekommeren om de armen. Wat zouden de dames van de high society wel niet te zeggen hebben? Ze zegt dat ze er niets op tegen heeft, maar niet als er een directe associatie is met haar. Als ze dit zegt zit ze (bij haar thuis) met haar kind, een Afrikaans meisje van ongeveer 7 jaar. Het kind is het eerst met haar eens als er gesproken wordt over het missen, de kleding, de gelijkheid. Als de vrouw begint over dat ik me niet mag bemoeien met de armen verdwijnt het meisje. Ze lost op in het niets. Het kind blijkt dood. Ik zie haar graf en leg er bloemen op: rode rozen. Vandaar het gemis van de meesteres.
De Afrikaanse vrouw staat voor mijn seksualiteit. Arm zijn betekent geen keus hebben. De opera heeft te maken met emoties. De Afrikaanse man is mijn lichaam.
Het leggen van rode rozen op het graf lijkt een waarschuwing: je offert de liefde op. Of: als je zo doorgaat, sterft de liefde.
Maar ook: je moet luisteren naar je lichaam dat geen keus heeft en de meesteres zit bij een vals vertoon aan emoties.
De droom heeft te maken met of ik nou wel of niet lesbische gevoelens heb voor iemand.
Als er iemand met me mee wil denken, graag.