Ik was voorbije nacht op de plaats waar Iran zijn atoombom ontwikkelt. Op de achtergrond stonden wel een viertal torenhoge industriële installaties en een beetje verder stond een kerncentrale. Daar waar ik me bevond had men in beton een constructie gemaakt die een reeks uitsparingen bevatte waarin holle ijzeren staven konden ingebracht worden. Ik bracht samen met hen één van die lange staven in een voorziening waarop vervolgens enkele anderen de staven vulden met een of ander vloeibaar materiaal.
Als ik aan Iran denk dan denk ik aan woestijn, aan armoede en soberheid maar niet aan ver gevorderde industrialisatie zoals ik in deze droom zag. Het deed me naar lucht snakken, dit is een land met stalen spierballen.