Ik ben in een ondergrondse flat lijkt het wel, maar er het is heel smal. Je kan je er net niet je hoofd stoten.
Er is iemand in mijn huis. Hij zegt dat ik bij een toets heb afgekeken terwijl het niet zo is. Dat heb ik hem duidelijk gemaakt maar hij gelooft mij niet. Ik ren weg. Ik kom terecht in kamer met enge dingen. Hij komtsteeds dichterbij, maar ik ren weg naar een andere kamer, waar weer enge dingen in zijn. Hij komt steeds dichterbij.
Ik ren weer weg maar deze keer kom ik terecht in een auditorium. Er zijn mensen die luisteren naar een docent.
Hij komt steeds dichterbij. Ik loop over de stoelen heen. Hij roept steeds weer dingen over mij die ik heb gedaan, slechte dingen, die niet waar zijn.
Verder weet ik niet meer hoe mijn droom ging. Ik wil weten wat dit betekent.
Ik werd vals beschuldigd..