Hoi allemaal,
De titel is een beetje vaag, sorry daarvoor maar ik kan het niet beter omschrijven.
De droom gaat zo:
Ik loop door glazen gang van een gebouw waar ik 1 keer eerder ben geweest. Ik weet niet waarom maar ik ben in paniek.
Dan zie ik in een andere glazen gang die haaks op mijn gang staat een meisje uit mijn klas staan. Die zal ik voor het gemak even X noemen. We zwaaien naar elkaar en gebaren dat we weg moeten gaan. X rent naar de lift toe aan het einde van de gang, ik ren naar de trap aan de andere kant van de gang en draai me om naar haar. De lift gaat open en daar staat een lange vrouw met lang rood haar in een smoking, ze heeft zwarte ogen zonder oogwit of irissen. Ik zal de vrouw even Y noemen. Y raakt X op haar voorhoofd aan en dan begint X helemaal te trillen. Ik draai me om en ren de trap af. Dan verdwijnt het beeld.
Dan gaat het verder. Ik zit in een kleine glazen 2-persoons onderzeeër en ik ben vastgebonden aan mijn handen en voeten. Y zit naast me en bestuurt de onderzeeër. Enkele mensen komen naast de onderzeeër zwemmen, kijken me aan en zwemmen dan weg. Dan komt X ook aanzwemmen, ze heeft nu opeens ook zwarte ogen. Dan komen we boven water en wordt ik afgezet bij een dok aan het strand. Dan worden mijn 'boeien' doorgesneden en ontdek ik dat ik in mijn zwemkleding sta. Er klimmen een paar andere mensen op het dok, waaronder X. We krijgen allemaal luchtflessen en een duikbril op, daarna worden we de zee ingestuurd om kristallen te vinden. Ik ga duiken maar vind in plaats van kristallen een klein beeldje van een lachende lelijke vrouw met een veel te groot hoofd dat op haar knieën rust. Het beeldje geeft afwisselend rood en blauw licht af. Dan verdwijnt het beeld weer.
Dan gaat het verder met een volwassen man in harnas die naast de bovenkant van een waterval tegen een Hydra vecht (een vijfkoppige draak uit de Griekse mythologie). Hij drijft het beest achteruit de waterval af en dan ziet hij in de verte het dok waar ik in het vorige stuk op stond. Hij loopt weg naar een klein huisje naast de waterval. Als hij daar binnen loopt zit het huisje er van binnen uit als een soort Zienershuis, het vrouwtje dat afgebeeld stond op de beelden zit daar achter een tafeltje. Op het tafeltje staat een glazen bol en daar omheen in een cirkel ongeveer 20 van dezelfde beeldjes met 2 lege plekken ertussen. De man zet op een lege plek een beeldje neer. Dan verdwijnt het beeld weer.
Dan gaat het verder met diezelfde man die door een bos rent achternagezeten door een beer. Als hij bij het einde van het bos komt vertraagt hij zijn pas en loopt hij rustig het strand op. Dan ziet hij het dok voor zich met mij en de andere duikers erop, precies op het moment dat we in het water duiken. Dan kijkt hij naar de grond rechts van hem en ziet hij een beer die steeds verder krimpt totdat hij maar een teddybeertje is. Dan kijken het beertje en hij samen naar de zee. Zo eindigt het.