Ik droomde dat ik ten onrechte de doodstraf kreeg. Er waren heel veel mensen aanwezig. Mijn boosheid over dit onrecht uitte zich in een destructieve wandeling naar de plek waar het vonnis zou worden voltrokken. Met de gedachte, ze zullen weten dat ik er was en wat ze doen verkeerd is. Vernielde alles wat op mijn pad kwam met een gevoel van blijdschap. Ging voor mijn gevoel ten strijde. Sloeg links en rechts alles kapot. Was totaal niet bang. Werd wakker met een glimlach voordat het vonnis werd voltrokken.