Ik droom de laatste tijd heel over X, al onthoud ik ze niet altijd.
Ik lig in mijn bed, in mijn pyjama. Ik slaap heel erg onrustig en ik woel veel. Als ik mijn ogen even opendoe, zie ik X zitten, op een houten stoel. Hij kijkt mij ongerust aan, alsof ik ernstig ziek ben. Hij legt de deken, die ik soms deels van mij afsla, goed om mij heen.
Het in bed liggen staat voor de behoefte aan rust. Slapen staat voor een rustige periode, echter in de droom slaap ik onrustig, dus het lijkt mij dat ik in een erg onrustige periode zit. X heeft een verzorgende rol in mijn droom en observeert mij. Hij is ongerust en dekt mij toe.
Ik heb het vermoeden dat de droom staat voor het snakken naar X in deze moeilijke periode.