Je gaat je eigen koers, met de middelen die je hebt. Omdat de biologische vader in de droom voorkomt, lijkt het alsof er in de realiteit veel over gesproken is over een één of ander gemis die er is. Deze verwerk je in je droom.
Je verstopte je. Je durft de confrontatie niet aan te gaan. Je bent wel nieuwsgierig over de ontmoeting en bekijkt het tafereel op een afstandje.
De gouden Franse auto is als een gouden koets. In sprookjes symboliseert dit een vervoersmiddel die men onbewust naar een hoger level brengt.
Paniek ontstaat er omdat in deze droom je vriendin niet de controle heeft over de situatie. Je verplaatst je, in de droom, in het gevoel van je vriendin. Het is eng, omdat je niet van te voren weet wat er gaat gebeuren. De vader rijdt, dus geef je de regie aan een ander.
Het hofje is als een poort. Een poort naar het onbewuste.