De bioscoop is een beeld van het theater van het onbewuste.
Je kijkt niet naar de film maar maakt je druk om allerlei bijkomende zaken en eten.
De chaos heeft te maken met ongecontroleerde gedachten van jezelf.
Je klaagt over de bediening en doet er zelf niets aan.
Betaalt er waarschijnlijk ook niet voor. (Het ego meent altijd het vanzelfsprekende recht te hebben alles te bezitten of te nemen).
Omdat het een oude bioscoop is kan het wijzen op een situatie uit het verleden.
Maar de staat van het theater staat ook voor de verwaarlozing zoals dat in het onbewuste vaak voorkomt.
Het is dus een beeldengalerij. Films zijn statische opnames uit het verleden die aaneen gehecht een illusoir stukje historie weergeven.
Dus het is een soort geheugen.
Het klauteren van de ene naar de andere etage is een beeld van moeite moeten doen, geestelijke inspanning leveren en bewustzijnstrappen bereiken. Wat niets te maken heeft met eventuele "zweefkunsten".
In een bioscoop ben je een passieve toeschouwer, geen deelnemer. Heel iets anders dus dan wanneer je op het toneel zou staan.