draken jongen

Ik had mijn examens en toen hadden we een Duits luistertoets. We hadden even pauze dus ik ging naar buiten en ik ging leren. Om de een of andere rede had ik een bezorgfiets van mijn werk mee. Ik ging ergens op een stoeprandje zitten en ik ging mijn Duits doorlezen. Ik kwam een hele groep van fietsers van mijn werk tegen. De voorste had een hoofd van een furry in haar hand en ze zei dat dat de mascotte was. Ik snapte niet waarom er zoveel langsfietste opeens maar ik vond het wel leuk. Toen was ik ineens in een gebouw ofzo denk ik. het was in elk geval een ruimte. Ik was daar met een jongen, 2 soort van monstertjes en een vrouw. Er was een heel groot monster ook die we moesten verslaan. De jongen en ik gingen tegen hem vechten. De jongen was half draak dus hij had superkrachten waarmee die ook vuur kon spuwen. Ik had al een aantal dingen gebruikt om het grote monster mee te doorboren alleen niets werkte echt. Een mes een schroevendraaier, het werkte allemaal niet. Toen zat ik in een hoekje gedreven door het monster. Er waren ook stukken waar ik dacht dat hij niet doorheen kon omdat het een lage doorgang was. In de ruimte waren allemaal muren met doorgangen erin en dus ook die lage. Het monster kon er echter wel door. Hij had me in een hoekje gedreven maar ineens stond alles stil. De enige die konden bewegen waren ik en de draak jongen. We gingen tegen elkaar praten. Ik wilde heel graag weer terug naar mijn examens anders haalde ik het niet. Hoe kunnen alleen wij bewegen? Vroeg ik. hij had een soort krachten waardoor hij dat kon laten gebeuren. Het monster liep nu in heel erge slow motion door de gang. Ik ging bij de vrouw staan die er ook was. Er lag een gebogen stok van staal met een punt eraan op de grond. Ik pakte het en hakte ermee in het monster. Er kwamen rode vlekken van hem af en ineens verdween het monster. De tijd ging weer normaal lopen. De twee kleine blauwe vliegende monstertjes die er ook waren, waren vervormd in een stuk blauwe massa. Ik pakte het op en zette het op mijn hoofd. We zeiden doei tegen de vrouw en ik en de jongen gingen met de lift. We waren blij dat we het grote monster hadden verslagen. Ik zat op zijn rug en de blauwe monstertjes zaten op mijn hoofd. We moesten de blauwe monsters gaan redden. Ze konden niet altijd een massa blijven. De jongen wist iemand die ze beter kon maken. Ik wilde heel graag mee ik moest alleen wel mijn examen af maken. Ik had dat heel vaak gezegd al. We waren buiten en er was een hele hoge koker om de wereld heen. Een grijs gekleurde koker die tot in de hemel was. Er zaten borden, stukken metaal en heel veel andere dingen aan de zijkant. In het heel erg groot. De draak jongen zei dat het uit de hand liep en dat we snel geen hemel meer zouden hebben. Nu konden we nog er doorheen kijken. Ik zei tegen hem dat ik wist hoe ik de bovenkant eraf kon halen. Hoe ik de koker kon krimpen. De jongen geloofde me niet. Dus ik deed het voor. Er was een oven ineens en ik zette stapels van borden vanaf de linkerkant naar de rechter kant. Als er genoeg borden aan de rechterkant stonden, werden die verbrand en viel er een deel van de reuzen borden van de koker weg. Het viel naar beneden en verdween. De draken jongen was verbaasd en zei “jij kan de wereld redden, dat is toch veel belangrijker dan je examens halen” hij zei ook “waarom wil je zo graag terug? Het is zeker vanwege die jongen uit je klas.” Hij was jaloers blijkbaar. Ik vond die jongen uit mijn klas wel leuk maar de draken jongen vond ik perfect. Ik was verliefd op de draken jongen. Ik dacht alleen dat hij mij gewoon als vriend zag.