Ik droom dat ik buiten op straat ben in een onbekende plaats. Het is zonnig, aan de overkant zie ik een huis staan, de deur is open. Ik loop naar binnen, de kamer is helemaal donker. Ik zie geen hand voor ogen, maar de ruimte voelt wel goed aan. Ik loop verder en ga helemaal naar achteren toe. Om mij heen is er allemaal stof, het voelt zacht en beschermend aan. Ik voel mezelf dan ook goed in deze ruimte. Dan bekruipt mij een beetje het angstig gevoel, dat mijn achtervolgers mij hier weten te vinden. Opeens hoor ik stemmen ze zeggen "laten we hier naar beginnen gaan". Het zijn mijn achtervolgers. Ik schrik, maar denk tegelijkertijd van "niet naar binnen komen, ga ergens anders naar toe". Het lijkt net alsof ze mij gehoord hebben, want ze zijn plotseling verdwenen.
De deur zit dicht, ik loop naar buiten toe. Het is nog steeds zonnig en mijn achtervolgers zijn in geen velden of wegen te bekennen.