Doet wat denken aan de Oosterse uitspraak, "vertrouw op God/Allah, maar let wel op je kameel".
In de religie is er een splitsing tussen goed en kwaad aangebracht.
Dat is een illusie, want het zijn zijden van een en dezelfde munt.
Kijk, alles bestaat uit noodzakelijke tegenstellingen.
Er is dus een glijdende schaal tussen wat men op een moment als goed of als kwaad markeert.
Maar volgens de I Tjing zie je heel duidelijk dat elk kwaad een kern van goed in zich draagt en alles in zijn tegenstelling kan omslaan afhankelijk van een aantal factoren. Zo zou je oorlog kunnen voeren om vrede te bereiken.
Overvloed kan een plaag worden enz.
Dieven stelen waardevolle zaken. Maar wie is degene die waardevolle zaken bezit?
Een rijke kan zo rijk zijn dat hij de woede opwekt van hen die niets bezitten en terecht.
Dus vroom bidden is mooi, maar vergeet niet dat er altijd andere krachten aanwezig zijn.
Dat noemen we schaduwelementen. Het zijn de inferieur gedachte kantjes van onszelf.
Maar die zijn zo omdat het ego zich boven zichzelf verheft (de extase of uittreding).
In de bijbel staat zoiets als, "als het huis gereinigd is*, nemen er 7 onreine geesten hun intrek".
*bevrijd van één demon"
Je kunt dat "kwaad" alleen weren als je permanent 100% bewust bent en dat is per definitie niemand.
Bovendien zijn deze kwade krachten soms uitermate nuttig, bijvoorbeeld bij verweer.
Nu gaat het meer om een evenwicht met het wegnemen van het teveel aan waarde of energie.
De "heilige armoede" was altijd een vroom streven van onthechting. Wie niets heeft kan ook niets ontnomen worden.
Geestelijke rijkdom kan evenmin geroofd worden.
Geld is het slijk der aarde. Wie dus nog hecht aan zijn "bezit" kan niet opgenomen worden in het "koninkrijk der hemelen".
Dat sluit prachtig aan bij de parabel van de "smalle poort" en "het oog van de naald".
*Jeruzalem kende een smalle poort die het oog van de naald werd genoemd.
Daar zou geen rijke doorheen gaan. (Zijn ego is te groot)