ik had eergisteren een droom, ik vond hem fijn en ik genoot maar ik vond hem ook raar. hier komt ie.
M'n familie is ontvoerd ik heb ze bevrijd en we vluchten, we vluchten weg voor de vijand die vijand is een heks.
we rennen door een dorp over de natte keien van de straat, ik hoor haar naderen, snel kijk ik rond ik zie een verlaten huis dus ik loop erheen en trap de deur in. het is een klein huis de beneden verdieping bestaat uit gang, een woonkamer, een keuken en een wc. ik lijd mijn familie naar binnen en doe de deur weer zo goed als kan in de opening zeg ze dat ze moeten verstoppen terwijl ik boven kijk. dus ik loop de trap op en moet een luik openen. Als ik boven ben zie één enkele ruimte, lijkt me veiliger dan beneden. Haal ze op en stuur ze naar boven. ze blokkeren het luik en ik houd de wacht beneden. ik hoor iemand lopen, het is niet m'n familie, het is de heks. ik weet wat ik tegen haar kan; doen ik moet een zilveren ketting om haar vast binden. ik heb hem om m'n hand gebonden en ben klaar om toe te slaan. ik loop in de keuken en net als ik door de deur opening wil gaan naar de woonkamer stapt ze de deuropening in. Ze kijkt me aan en zegt:'' Het hoeft niet zo te gaan. we kunnen samen weg lopen, niemand hoeft het te weten.'' waarop ik zeg:''Maar dat is verboden, jij.....'' Ik kon mijn zin niet afmaken want ze kwam op me af en zoende me teder op de lippen. ik liet de zilveren ketting vallen en zoende haar terug we lieten elkaar los en ik keek haar in haar mooie bruine ogen en zei:'' Ik hou van jou.'' waar op zij zei:'' Weet ik.'' Toen liep ze weg en ik volgde haar naar een weiland en we keken samen naar de opkomende zon.
Dit was mijn droom na dit werd ik wakker, het was ook zo'n droom waar het heel echt lijkt en het zit in je geheugen alsof je het echt hebt gedaan.
Anthony, 13