Het begon eigenlijk eind vorig jaar waar ik dromen kreeg die zich herhaalden. Steeds was het onderwerp hetzelfde: een schip ging ten onder, maar op dat moment was ik eigenlijk meer toeschouwer.
Op 12 april 1912 zo rond 2.20 AM brak de Titanic in tweeën en zonk naar de bodem van de zee. Op 12 april 2012 een uur voor het 100 jarig 'jubileum' van deze ramp verandert mijn droom. Nu was ik zelf op het schip als het ten onder gaat. De ramen imploderen en de glasspinters vliegen in het rond, het metaal maakt een angstaanjagend krakend geluid, het water kolkt naar binnen en ik zit in de val, er is geen uitweg, er is niets wat ik doen kan, nergens om heen te vluchten. Mensen horen gillen doe ik niet, het geluid van het glas, metaal en kolkende water is overwelmend. Het water sleept mij mee met donderend geweld door het schip naar buiten de ijskoude zee in. Ik vraag me af of ik ooit nog adem halen kan, of ik op tijd weer boven kom. Net voor ik wakker word drijf ik in het water, de nacht is donker maar de lucht is helder, alleen de sterren zijn te zien, het schip is weg en de oppervlakte van het water is kalm. Na het ontwaken duurt het even voor ik besef waar ik ben en wat er gebeud is en als mijn man mij aanspreekt is het enige wat er in mij op komt: "Weet ik veel, ik ben net verdronken!"
Waarom droom ik dit vrijwel precies 100 jaar na dato? Met al de nodige dromen vooraf die zich met regelmaat herhaalden?
Wilhelmina.