Dit forum liep van 2008-2020, is nu gesloten en te bekijken als archief. Berichten plaats je in het nieuwe droomforum
Vannacht al schreeuwend wakker geworden en de droom laat me niet los. Ik zou heel graag jullie inzichten willen in wat deze droom mij wil vertellen.
Even mijn eigen situatie schetsen, om een en ander makkelijker te verklaren. Ik zit momenteel in een enorm stressvolle periode. Al bijna een jaar verwikkeld in een een moeilijke (tweede) scheiding en ondertussen sinds enkele weken samen met een nieuwe, erg zorgzame en attentvolle vriend (iets wat helemaal nieuw is voor mij). Bijna-ex-man was een psychisch gestoorde persoon: borderliner, antisociale stoornis (psychopathie in de volksmond), schizofreen, alcohol-, cannabis- en seksverslaafd. Ik heb vorige week een brief van een deurwaarder gekregen waardoor ik binnen nu 10 dagen aan 2.500 euro moet zien te geraken en totaal geen idee waar ik het geld zal halen. Mijn huis (mijn eigendom, heeft bijna-ex niets mee te maken) staat al een tijdje te koop en een getekende voorovereenkomst zou de deurwaarder tevreden stellen en zou dus uitstel opleveren en gisteren kreeg ik een bod, dat echter belachelijk laag was en dus niet kon doorgaan. Resultaat: de spanning is te snijden en ik ben de wanhoop nabij.
Ik werk thuis als juridisch en medisch vertaler, heb al zolang ik me kan herinneren eigen paarden. Daarvan heb ik er ondertussen 14 moeten verkopen om de eindjes aan elkaar te knopen. Blijven er nu nog 4 over, waar ik echt geen afscheid van kan nemen. Paarden maken dus deel uit van mijn dagelijks leven (en dat beeld kan dus niet op een klassieke manier uitgelegd worden). Ik heb ook 4 honden, waarvan er eentje vrij agressief is, en me in alle omstandigheden beschermt en verdedigt (is in het verleden ook al nodig gebleken - ik ben een makkelijk doelwit voor mannen met slechte bedoelingen).
Ik heb twee dochters van 15 en 17. Beide hebben al veel te veel meegemaakt in hun korte leven. Oudste woont bij de vader (maar is er doodongelukkig en wil graag terugkomen, maar wil me niet extra belasten op financieel vlak - ook daarom moet dit huis verkocht raken), jongste woont bij mij. De pittige hond (die ons verdedigt) is een jack russel en is het hondje van mijn jongste dochter. "Mijn" hond is een jonge husky. In de droom komt enkel mijn jongste dochter voor.
Hier gaat de droom.
Dochter F. moet een of ander examen afleggen, terwijl mijn vriend R. en ik buiten aan een gebouw, niet ver van mijn boerderij, staan te wachten tot ze klaar is. Tijdens het wachten komt een voor mij onbekende vriend van mijn vriend R. langs en R. spreekt hem aan. Stelt mij voor en toont wat voor een prachtig domein ik wel heb, met al die prachtige paarden (de 18 PRE's staan er in volle glorie te paraderen in de schemeravond). De vriend vertelt dat het wel toevallig is, dat hij namelijk al jaren in de manege ernaast gaat rijden. Die manege blijkt de pensionstal te zijn waar ik jàren geleden enkele paarden had staan en waar dochter F. heeft leren rijden. Die staat in werkelijkheid niet naast mijn domein, maar in de droom dus wel. Hij vertelt dat hij net gaat rijden en dat we vanop de plek waar we staan, hem kunnen zien. Hij zadelt zijn paard op en gaat de piste in, blijkt dat hij rijdt op het paard waar mijn vriend R. vroeger op reed voor een eigenaar (niet die vriend). Ondertussen staat een voor mij andere onbekende kennis van R. erbij terwijl we van op afstand kijken. Het loopt mis met paard en vriend, die valt. Het paard breekt uit en landt op straat. Ik verlaat R. en zijn kennis om het paard op te vangen en veilig terug te brengen. Als ik de manege nader, staan er gigantisch veel auto's in de file (ik woon erg afgelegen en er passeren bijna nooit auto's), waardoor het paard even aarzelt en ik het makkelijk kan vangen en rustig terugbrengen. Ik ga de manege binnen, maar niets is zoals ik het altijd heb gekend. Het hele stalgebouw is volgestouwd met grote pakken en de stallen zijn krakkemikkige samenraapsels van panelen en roosters. Ik zet het paard in een lege stal en ga op zoek naar de vriend van R. die gevallen is. Het gebouw is veel langer dan zoals ik het ken en eens voorbij het stalgedeelte heerst er grote gezelligheid met enorm veel mensen, die her en der in hoekjes genesteld zitten bij een lekker glas. Maar ik herken niemand. De vele vrienden die ik in die pensionstal had, zijn er allemaal niet, iedereen is vreemd voor mij. Ze kijken me vragend (niet vijandig, maar ook niet hartelijk) aan terwijl ik zoekend rondloop.
Ik kom op een open terrein, beland in een weide waar een grote kudde Andalusiërs (niet mijn eigen paarden) en Arabieren (allemaal hengsten) fier door elkaar lopen. Ik voel geen dreiging, ik ben dit gewend, dit behoort tot mijn dagelijkse leven. Ik bewonder hun pracht en loop ondertussen verder. Verderop kom ik op een dorre, open plek (zand?) en is ondertussen de nacht gevallen. Het is niet koud of guur, eerder een frisse zomeravond. Ik bedenk me plots dat ik eigenlijk terug moet naar de plek van afspraak om mijn dochter F. op te vangen na haar examen. Instinctief neem ik mijn gsm, maar het is niet mijn gsm. Ik ken het nummer van buiten, dus druk ik het maar manueel in. Niet F., maar mijn ex-man S. neemt op. "Tiens, tiens, wie we daar hebben. Dacht je dat je je eeuwig voor mij zou kunnen verstoppen? Verrast om mij te horen? News flash: mijn nieuwe nummer is (nummer van dochter F.). Een blinde paniek komt over me heen en ik begin te rennen. Op zoek naar F. Niet veel later komen Jack en mijn husky aangelopen, gevolgd door F., in paniek, maar geen tijd om uit te leggen. We maken rechtsomkeer en rennen in de andere richting. We worden vergezeld door een grote groep volwassen husky's (gisteravond een uitzending met sleehonden gezien, het waren DIE honden) en ik maak me zorgen om mijn jonge husky, of dat wel goed komt, maar alles loopt goed. De groep rent even mee en blijft dan achter. Even later rent een hele groep kinderen met ons mee. Ze zien er vrolijk en onbezorgd uit, maar ik ken ze niet. Plots een schreeuw: de jack russel heeft een lichtrosse kitten van een van die jongetjes te pakken. Hij heeft het lelijk toegetakeld, het is nog niet dood, maar het diertje haalt het zeker nooit. Ik uit een waterval aan verontschuldigingen aan de huilende jongen, maar we moeten verder, we worden op de hielen gezeten.
F. en ik rennen verder en komen in een bos terecht. Daar raak ik haar kwijt. Haar en de honden. Dus ik keer op mijn stappen terug en de eerste die ik vind, is Jack. We moeten een spoorweg over (in het bos) en er rijden gek veel treinen op het spoor, in beide richtingen. Jack en ik springen tussen twee treinen in over het spoor en even later zien we F. aan de overkant, samen met de jonge husky. Ze heeft de husky maar nonchalant vast, dus ik schreeuw dat ze haar goed moet vasthouden, want dat ze anders onder de trein terecht komt (husky hangt enorm aan mij en wijkt normaal geen meter van mijn zijde). Uiteindelijk slagen ze er allebei in om veilig aan mijn kant van het spoor te geraken. Ik zeg F. dat we echt moeten verder rennen en we zetten het op een lopen. Zonder omkijken lopen we. Loop ik, want even later ben ik F. en Jack terug kwijt. Husky is bij mij. Ik ga opnieuw op zoek in het donkere bos en word na koortsachtig zoeken en onophoudelijk roepen op de schouder getikt. Het is F. die in een soort aan een tak vastgemaakte cocon opgesloten zit. Ik vraag haar waarom ze niet antwoordde, maar ze knikt zwijgend naar een gestalte achter me. Ik zie twee zware laarzen en een lange jas (geen romp, geen gezicht) en... Jack. Hij ziet er verward uit, niet agressief, maar ook niet blij. Ik beveel hem om aan te vallen, maar zie net nog een ketting glinsteren die aan zijn hals is vastgemaakt. Ik wil nog het bevel geven aan de husky om aan te vallen, en wil net naar boven kijken om het gezicht te zien van de man die mijn dochter heeft gevangen, als mijn huidige vriend me wakker maakt. Het enige wat ik nog kan uitmaken is een hoed.
Ik ben badend in het zweet, met een hese stem en droge keel wakker geworden. Tijdens het vertellen, kwam het besef dat de man die mijn dochter F. heeft gevangen, best mijn ex zou kunnen zijn: de telefoon die door hem werd opgenomen, de laarzen, de lange jas en de hoed, zijn allemaal reële verwijzingen naar hem. Maar in de droom zelf is dat idee nooit in me opgekomen. Het enige wat ik wist, was dat we moesten rennen voor gevaar. Het overwegende gevoel dat ik had na de droom was: en waar was R. in heel dat verhaal? Moest hij ons niet beschermen? En waarom is hij weggelopen van de plaats van afspraak waar F. uit haar examen kwam? Ik voelde teleurstelling, zelfs een tikkeltje verwijt. En dat verdient hij niet, want hij staat altijd voor ons klaar.
Wat maken jullie van deze droom? En vooral: heeft hij een voorspellende waarde? Dat ik extreem angstig ben voor de nakende inboedelverkoop door de deurwaarder, spreekt voor zich. Ook voor de nakende afhandeling van de scheiding. En ook voor het feit dat ik dit huis nooit voor een deftige prijs verkocht krijg. Maar zit hier ergens ook een boodschap van hoop? Van kentering? Ik zie het niet, jullie misschien wel?