Beschuldigd worden van diefstal

Ik zat er al op te wachten dat er nachtmerries zouden komen, aangezien ik de laatste dagen veel aan mijzelf heb gewerkt. En ja hoor, vannacht was het lekker raak. Er zijn twee nachtmerries die ik mij vaag herinner (en dus niet goed zal uitwerken) en een nachtmerrie die ik op de detail kan uitwerken.

In de eerste nachtmerrie rijd ik auto, roekeloos en supersnel, alsof ik achtervolgd word. In een bocht doen mijn remmen het niet meer, maar ik knal wel mooi een parkeervak in.
In de tweede nachtmerrie zie ik een kind (meisje) en een groot monster in een labyrint van steegjes. Het meisje rent weg voor het monster. Ze blijft even staan bij een speeltuin. Plots heeft het grote monster haar in zijn klauwen en het laat zijn tanden aan haar zien. Het meisje ontsnapt weer en rent verder van het monster af. Ze komen oog in oog met elkaar te staan bij het tankstation.

De auto staat voor hoe ik mij nu door het leven beweeg, dus te snel en roekeloos. Er is iets wat mij achtervolgd, ik probeer grip te krijgen op een ongrijpbaar deel van mijzelf. Er ontbreekt stabiliteit, maar ik zal uiteindelijk in rustiger vaarwater terecht komen. Een voorspellingsdroom?
Het meisje staat voor het kind in mijzelf - alweer - het monster voor onderdrukte emoties. Ik moet mijn gevoelens onder ogen zien, maar wel voorzichtig. Ook moet ik mij niet zo'n zorgen maken en m'n talenten erkennen. De onderdrukte emoties laten zich zien aan het kind in mijzelf, maar het jaagt andere belangen na. Wellicht een waarschuwingsdroom? Het monster en het meisje ontmoeten elkaar bij het tankstation, dat erop duidt dat ik toe ben aan nieuwe energie.

In deze droom loop ik mijn oude middelbare school binnen, ditmaal als stagiaire. Onderweg naar de docentenkamer pik ik hier en daar (kerst)kaarten uit de lokalen mee, en leg ik deze op een schone tafel in de docentenkamer, zodat mensen hun kaarten kunnen lezen. Ik zie dat ik wat aan de late kant ben, maar ach, over drie minuten begint de volgende les, dus besluit ik om te wachten tot de volgende les.
Het is pauze, en de docenten druppelen langzaam binnen. Een van de vrouwelijke docenten spreekt mij aan, gaat naast mij zitten op een stoel, en we hebben het over het toeval dat haar zoon ook stage loopt op de school.
Plotseling verandert de ruimte in een kledingwinkel. Het lijkt op een spel wat ik als kind vaak heb gespeeld, waarin je als nieuwkomer een aantal munten meekrijgt als start (als ze op zijn moet je in real life betalen voor nieuwe munten) en die kan je inzetten voor nieuwe kleding. De vorige keer kon ik niet kiezen tussen een wit shirt met daarover een rode blouse en een witte tuinbroek, dus ik ga nu voor een van deze kledingstukken. Echter ben ik benieuwd hoe de andere shirts en jurken mij staan, dus die probeer ik uit.
De vrouwelijke baas van de winkel, zwart haar en zwaar onder de make-up, komt boos op mij af, houdt in haar hand een kartonnetje met schuifspelden, die ze uit mijn tas heeft gehaald. Ik sta nu in een rode jurk van pailletten. Ze vertelt dat de schuifspelden verdacht veel lijken op de goudgele schuifspelden die zij zelf verkoopt in de winkel... Ik ben verbaasd dat ik van diefstal beschuldigd word, zeg stotterend dat ik ze uit de Zara of een andere winkel heb. De vrouw gelooft mij niet. Ik roep dat ik het kan bewijzen, dat er een bonnetje in mijn portemonnee zit.
Er komt een politieman en de ruimte verandert weer in de docentenkamer. De politieman arresteert mij, ik roep boos uit: "Is dit wat jullie doen met mensen die jullie niet geloven?! Is dit wat ze verdienen?!" Ik sta te kwijlen, voel heel veel woede en onrecht. Een van de mannelijke docenten kijkt even naar mij, maar gaat daarna weer verder waar hij mee bezig was (kletsen met andere docenten).

Ik neem kaarten mee uit lokalen en verleg op deze manier de aandacht van mijzelf naar anderen. Een schone lei? Ik kom weer te laat - ben bang voor verandering - maar gelukkig niet zo bang, want ik durf het af te wachten. Ik ga in gesprek met mijn vrouwelijke kant.
De droom vraagt mij om mijzelf beter te leren kennen. Ik heb wel behoefte aan verandering. Er komt veel wit voor in de kleding, wat staat voor een nieuwe blik op het leven; rood voor sensualiteit en kracht.
De schuifspelden staan voor een nieuwe ontwikkeling, en ze zijn van goudgeel, en dat staat voor succes en geluk. De rode jurk staat voor sensualiteit en kracht en dat ik lekker in mijn vel zit. Wat betekent het dat ik beschuldigd word van diefstal?
Ik word gearresteerd door de politie voor een daad die ik niet heb gepleegd: ik zal succes hebben. Ook voel ik mij opgelaten, maar er is nog woede aanwezig.

Dan ben ik reuzebenieuwd wat datgene is wat ik dan niet mag inzien, wellicht waarom ik zo ben zoals ik nu ben?

Ik vraag mij af waarom het meisje eerst door het monster wordt opgepakt, het zijn tanden laat zien en ze even later oog in oog komen te staan. En waarom doen mijn remmen het niet meer, maar rijd ik wel een parkeervak in (wel met veel geweld)?

Zal het verboden terrein mijn onderbewuste zijn, waarom ik mij zo voel als ik mij nu voel?

Begrijp ik dan goed dat mijn vrouwelijke kant naar boven komt in deze dromen, en het Kind weer in de verdringing komt?

Hmm, dus het kind komt los, als ik dat goed begrijp?
Ik begrijp alleen nog niet goed wat ik met het gedeelte over gezag aanmoet.
Wel fijn dat de agressie - hetzij met moeite - tot stilstand komt.