Ik zie een Afrikaans meisje zitten met lange uitgerekte oorlellen, zo n 10 cm lang, met onderin een platte ronde zwarte oorbel. Ik kom er achter dat ze bij een blanke vrouw woont, dichtbij mijn huis. Niet in het echt, wel in mijn droom. Aan de voordeur, er hangen spulletjes aan de buitenkant, is te zien dat ze arm zijn maar wel tevreden. De vrouw zit achter, op de grond, het meisje zit tussen haar benen en kijkt me recht aan met een glimlach. Dan merk ik dat ik in mijn bed lig op mijn rechterwang, en voelt het alsof het echt gebeurt: het meisje strijkt met één lange oorlel twee keer langzaam over mijn linkerwang. Ik geniet van de aanraking, het voelt ook heerlijk warm. Dan zegt ze dat wij elkaar later weer zien. Ze wil weg gaan maar zegt dan nog snel: ik ken het broertje, ik ken hem wel! Ze lacht en ze is weg.