Ik liep naar de slaapkamer in een woonhuis, wat van een ander was en de twee ramen die op een kier stonden deed ik dicht. Het plan was om er te gaan slapen.
Het bed was rommelig, maar niet vies en een gedeelte van de lakens had een heldere felle mooie kleur, een groot breed bed. Toen zag ik ineens allemaal wat kleinere zwart-wit gevlekte katten aktief, een beetje door elkaar heen lopen, het waren er vele. Opvallend was dat het haar, van die katten er niet mooi uitzag en ze hadden totaal geen vet in het lichaam, leek of ze stervende en ondervoed waren, maar wel zeer energiek; ze liepen zeer snel. Het was een zielig gezicht allemaal voor die dieren.
Er was 1 zeer grote kat die trots rechtop zat, als een sfinx met zn borst vooruit,op de vensterbank, het overgrote deel van hem was zwart, ook met gevlekt wit erbij; de kat zag er zeer gezond en sterk uit. De man had veel met deze kat en had hem nog niet zo lang.
Toen ik weer naar een andere kamer ging en de bewoner, een man tegenkwam, zei ik tegen hem wat ik had gezien en bleek het wel normaal te vinden dat dit zo liep en eindigde voor die katten en hij zei terug: ja, vandaar dat er nooit iemand hier komt slapen.